Biologische middelen voor de behandeling van de ziekte van Crohn

Wat is de ziekte van Crohn?

De ziekte van Crohn, een auto-immuun gastro-intestinale aandoening, is een van de twee soorten inflammatoire darmziekten die wordt gekenmerkt door mogelijke ontstekingen in de volledige dikte van de darmwand. Het heeft het potentieel om het volledige maagdarmkanaal te beïnvloeden, van de mond tot de dikke darm. Deze ziekte vertoont doorgaans een brede variabiliteit tussen patiënten en volgt een patroon van terugkerende opvlammingen en periodes van remissie, met over het algemeen een voortschrijdend verloop van de ziekte.

Hoewel de exacte oorzaak van de ziekte van Crohn onbekend blijft, wordt gedacht dat het voortkomt uit een onjuiste immuunrespons op omgevingsfactoren binnen het maagdarmkanaal. Het vertoont een bimodale verdeling, waarbij individuen tussen de 15 en 30 jaar en tussen de 40 en 60 jaar worden getroffen. Naarmate ons begrip van de ziekte blijft groeien, zijn behandelingsbenaderingen geëvolueerd, waarbij biologische monoklonale antilichamen een cruciale rol spelen in op bewijs gebaseerde geneeskunde en behandelingsrichtlijnen.

Momenteel raden de American Gastroenterological Association en het American College of Gastroenterology het gebruik van biologische middelen aan als essentiële onderdelen van de therapie voor patiënten met matige tot ernstige ziekte van Crohn. Matige tot ernstige ziekte van Crohn wordt gedefinieerd door een hoog risico op ziektegerelateerde complicaties, een aanzienlijke impact op de kwaliteit van leven, een belasting van ontsteking en betrokkenheid van het maagdarmkanaal, ziekenhuisopname of de noodzaak van een operatie.

Beoordeling en behandelingsbenaderingen voor matige tot ernstige ziekte van Crohn

De Crohn’s Disease Activity Index (CDAI) Score is een veelgebruikt scoringsysteem dat helpt bij het bepalen van de ernst van de ziekte van Crohn bij patiënten. Het houdt rekening met verschillende factoren, waaronder demografische gegevens, subjectieve symptomen, laboratoriumwaarden en extraintestinale bevindingen, en geeft scores van 0 tot 600.

Een score tussen 220 en 450 duidt op een matige ziekte, terwijl een score boven 450 wijst op een ernstige ziekte. Voor de behandeling van matige tot ernstige ziekte van Crohn zijn verschillende biologische immunomodulerende farmacotherapeutische middelen goedgekeurd. Eerstelijns middelen zijn infliximab, adalimumab en certolizumab-pegol. Tweedelijns middelen zijn vedolizumab en ustekinumab. Natalizumab wordt echter niet langer aanbevolen vanwege het risico op progressieve multifocale leuko-encefalopathie.

In gevallen waarin conventionele behandelingsmogelijkheden, zoals corticosteroïden, thiopurines of methotrexaat, geen bevredigend resultaat opleveren, worden vaak biologische middelen gestart als alternatieve behandelingsbenadering.

Biologische middelen voor de behandeling van matige tot ernstige ziekte van Crohn

Infliximab

Infliximab, een chimerische TNF-alpha-remmer, is het eerste monoklonale antilichaam dat is goedgekeurd voor de therapie van de ziekte van Crohn. Het wordt gebruikt bij matige tot ernstige actieve ziekte van Crohn bij patiënten vanaf 6 jaar. Klinische onderzoeken hebben de doeltreffendheid ervan aangetoond bij het opwekken en handhaven van remissie, met hogere percentages klinische respons in vergelijking met placebo. Het is ook effectief bij het verminderen en handhaven van fistels bij volwassen patiënten.

Adalimumab

Een volledig humane tumor necrose factor blokker, adalimumab, is goedgekeurd voor zowel pediatrische als volwassen patiënten met matige tot ernstige ziekte van Crohn. Het wordt gebruikt voor inductie- en onderhoudsbehandeling. Het heeft superieure resultaten laten zien ten opzichte van placebo bij het opwekken van remissie en respons, waarbij hogere doseringen leiden tot een grotere vermindering van de CDAI-scores. Adalimumab wordt aanbevolen voor patiënten die onvoldoende hebben gereageerd op infliximab of intolerantie hebben getoond.

Certolizumab-pegol

Een eerstelijnsoptie Certolizumab-pegol wordt beschouwd als een eerstelijnsoptie voor patiënten met matige tot ernstige ziekte van Crohn die onvoldoende hebben gereageerd op infliximab of adalimumab. Het heeft een vermindering van de CDAI-scores en klinische respons laten zien in vergelijking met placebo. Hoewel het minder immunogeniciteit potentieel heeft dan infliximab, is gebleken dat het minder effectief is bij inductie- en onderhoudsbehandeling.

Vedolizumab en Ustekinumab

Tweedelijnsmiddelen Vedolizumab en ustekinumab zijn alternatieve opties voor patiënten die niet reageren op TNF-alpha-remmers. Vedolizumab, een gehumaniseerde integrinereceptorremmer, toonde geen significante verschillen in CDAI-scores tijdens inductie, maar heeft wel effectiviteit aangetoond bij onderhoudsbehandeling. Ustekinumab, een interleukine-12 en interleukine-23-remmer, heeft bewijs voor zowel inductie als remissie, maar beperkte gegevens bij patiënten met de ziekte van Crohn.

Vooruitgang in biologische therapie

Biologische middelen hebben de behandeling van de ziekte van Crohn gerevolutioneerd door opties te bieden buiten conventionele therapieën. Ze zorgen voor aanzienlijke verlagingen van de CDAI-scores en verbeteren de algehele kwaliteit van leven. Het vroeg starten van biologische therapie kan leiden tot een afname van ziekte

Mobiele versie afsluiten