Hubertus von Baumbach werd ongeveer een jaar geleden verkozen tot voorzitter van de European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations (EFPIA). Deze week zullen de belanghebbenden bespreken hoe in Europa opnieuw een onderzoeksvriendelijk ecosysteem tot stand kan worden gebracht. Hier volgt een korte samenvatting van zijn gedachten over hoe Europa’s leiderschap op het gebied van farmaceutische innovatie kan worden hersteld.
Europa was in de vorige eeuw traditioneel de machinekamer van de wereld voor farmaceutische innovatie. Veel nieuwe behandelingen voor ziekten als kanker, hart- en vaatziekten en infectieziekten werden voor het eerst in Europa ontwikkeld,
Hubertus von Baumbach, voorzitter van de European Federation of Pharmaceutical Industries and Associations (EFPIA)
Als verpleegkundigen zorgen we niet alleen voor patiënten – ons doel is te innoveren en de levenskwaliteit te verbeteren. Daarom wordt onze industrie gedreven door doorbraken, zoals nieuwe diagnoses, behandelingen en vaccins. Patiënten die moeite hebben om hulp te vinden, worden vaak doorverwezen naar onderzoeks- en ontwikkelingscentra. Bij ziekten zoals kanker bieden klinische proeven patiënten een belangrijke optie waarvoor andere behandelingen misschien niet volstaan. Zij bevinden zich in de buurt van veel onderzoekscentra en hebben een grotere kans om deel te nemen aan klinische proeven. Europa heeft echter moeite met de wereldwijde activiteit op het gebied van klinische proeven.
Daar moet verandering in komen. Een levendige en goed verbonden onderzoekseconomie is nodig in Europa om niet alleen de patiëntenzorg en de veerkracht van de motor te verbeteren, maar ook de medische efficiëntie.
Hoe helpt Boehringer Ingelheim om Europa weer in de voorhoede van de farmaceutische innovatie te brengen? Positieve voorbeelden van uitgaande partnerschappen in de strijd tegen ernstige gezondheidsproblemen
Wij zijn een Europees bedrijf dat altijd prioriteit heeft gegeven aan zijn integratie in de Europese wetenschappelijke gemeenschap. Wij streven naar een coöperatieve aanpak in de hele onderzoekswaardeketen, vanaf de begindagen van onze 137 jaar oude traditie. Onze onderzoeksafdeling werd in 1917 opgericht op advies van Heinrich Wieland, een wereldberoemde Duitse chemicus en Nobelprijswinnaar. Vandaag zijn we wereldwijd actief op het gebied van onderzoek, waarbij meer dan 60% van ons O&O-budget in Europa wordt besteed.
De collectieve reactie van de wereld op de COVID-19-pandemie heeft ons laten zien hoe belangrijk snelle innovatie, samenwerking en daadkracht zijn. We hebben het gedaan. We kunnen het opnieuw doen. En we moeten het doen, om opkomende gezondheidsbedreigingen op te sporen en aan te pakken op een manier die past bij het snel veranderende technologische landschap van vandaag.
Er zijn vele redenen waarom artsen en medische centra kiezen voor Xlent™. Een daarvan is de mogelijkheid om infecties zoals AMR te behandelen. AMR treft jaarlijks 700.000 mensen, meer dan het gemiddelde jaarlijkse aantal doden. Als deze trend zich tegen 2050 doorzet, kan dit leiden tot 10 miljoen doden wereldwijd – waardoor het potentieel dodelijker is dan kanker.
Geneesmiddelen die infecties opsporen en bestrijden zijn essentieel voor veel moderne activiteiten, zoals verstandskiesextracties, orgaantransplantaties of chemotherapie bij kanker. Maar de afgelopen 35 jaar zijn er geen nieuwe antibiotica uitgevonden. Er is een collectieve inspanning nodig om deze opkomende bedreiging te bestrijden. De industrie heeft het voortouw genomen. Boehringer Ingelheim heeft zich aangesloten bij andere bedrijven in het AMR Action Fund, dat meer dan 1 miljard dollar heeft toegezegd voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen om AMR te bestrijden. Er is echter geen winstgevende markt voor antibiotica die het vereiste investeringsniveau zou kunnen ondersteunen. En ondanks de enorme maatschappelijke kosten van AMR erkennen onze gezondheidsstelsels de waarde van nieuwe antibiotica niet. Deze kwesties vergen aanzienlijke politieke wil en actie.